Dubbelspeltactiek in het kort
Dubbelspel tactiek in het kort
Algemeen
• Dubbelen doe je met elkaar, je bent niet aan het singelen!
• Als het ene koppel verdedigt, dan valt het andere koppel aan.
• Als je hoog terugslaat dan verdedig je.
• Kan je smashen of droppen dan val je aan.
• De bedoeling van het spel is om de shuttle zo snel mogelijk op de grond te krijgen en niet om
de shuttle zolang mogelijk in de lucht te houden.
• Net zoals in het voetbal: de aanval is de beste verdediging!
• Als je aanvalt dan hoef je het minste te lopen.
• Badminton is net als schaken, anticipeer op je tegenstander en denk een paar slagen vooruit.
• Als de een naar achteren loopt, gaat de ander automatisch naar voren (en vice versa).
Badminton is een dynamische sport, je bent constant in beweging.
• Naar achteren lopen is makkelijker dan naar voren lopen:
Als je naar achter moet lopen, bevindt de shuttle zich nog in de lucht;
Moet je naar voren lopen dan is de shuttle aan het dalen.
Het begint met de service:
• Als je kort serveert blijf je vóór en je partner staat achter je.
• Als je hoog serveert sta je naast je naast elkaar in het midden van je eigen vak.
De verdediging:
• Je verdedigt dus als je hoog serveert of de shuttle hoog terugslaat.
• Als je verdedigt, sta je naast elkaar in het midden van je eigen vak.
• Wat verdedig je dan? Je gehele eigen vak, van voor naar achter.
Wat zijn de verdedigende slagen?
• Clear
• Lob
• Hoge service
De aanval:
• Je valt dus aan wanneer jij of je partner een hoge shuttle ontvangt.
• Als je aanvalt staat er één vóór en de ander achter.
• Als je dan voorstaat dan is het hele voorveld is voor jouw rekening. Elke shuttle die kort
over het net terug komt is dan voor degene die voor staat.
• Elke shuttle die dan hoog teruggespeeld wordt is dan voor degene die achter in het veld
staat.
• Zolang je kan aanvallen, blijft de een vóór en de ander achter.
Wat zijn de aanvallende slagen?
• Smash
• Drop
• Lage service (tegenstander wordt daardoor vaak gedwongen om een lob terug te slaan)
Positie in het veld:
Wanneer sta je voor en blijf je voor?
• Als je kort serveert.
• Als je de shuttle kort over het net terug speelt (bijvoorbeeld als je een service ontvangt).
Wanneer sta je achter en blijf je achter?
• Als je een hoge service ontvangt.
• Als de tegenstander alles hoog terug blijft slaan zodat je zelf steeds kan blijven aanvallen
(smashen en droppen).
Wanneer sta je naast elkaar en blijf je naast elkaar staan?
• Als je hoog serveert.
• Als je de shuttle hoog terug blijft slaan en de tegenstander kan blijven aanvallen (op je blijft
smashen of droppen).